Studie bio-economie

Een bio-(gebaseerde) economie maakt (waar mogelijk) gebruik van organisch hernieuwbare grondstoffen (van basismateriaal tot afvalrecuperatie) in de plaats van fossiele grondstoffen. Zo worden onder meer materialen en energie op een schonere manier geproduceerd en wordt een antwoord geboden op tal van maatschappelijke uitdagingen. De aaneenschakeling van biogebaseerde toepassingen stimuleert de werkgelegenheid, creëert meer toegevoegde economische waarde en verhoogt de bijdrage aan milieu- en klimaatdoelen.

Om de transitie naar de biogebaseerde economie (BBE) te verwezenlijken is een coherente strategie nodig met beleidskeuzes die zich baseren op de troeven van Vlaanderen. We moeten onze goede uitgangspositie met een hoog kennispotentieel, een sterke chemische, energie- en agrovoedingsindustrie, een intensieve land- en tuinbouw, en een efficiënt afvalbeheer, immers optimaal inzetten in de omschakeling naar een duurzame bio-economie.

In een Europees kader

Deze strategie zal eveneens beantwoorden aan de Europese strategie voor de bio-economie. Dit laat toe dat Vlaanderen zich openstelt voor samenwerking met andere Europese landen die al een dergelijke strategie uitgewerkt hebben en/of bezig zijn met de implementatie ervan, zoals Nederland, Duitsland, Finland, Frankrijk.

Een belangrijk onderdeel in de meeste strategieën is het opzetten en ondersteunen van een specifieke cluster en/of public-private partnership (PPP). Recentelijk is een stijgende trend te merken in het aantal samenwerkingsverbanden tussen de clusters en PPPs binnen Europa, of zelfs met regio’s over de Europese grenzen heen.

Studie over Vlaanderen

Het departement EWI liet een studie over “Duurzaam gebruik van en waardecreatie uit hernieuwbare grondstoffen voor de biogebaseerde industriële productie in Vlaanderen” uitvoeren. De aanbevelingen die uit deze studie resulteren, bieden een basis voor de ontwikkeling van een strategie voor bio-economie in Vlaanderen. De studie kan je bestellen of downloaden op de publicatiedatabank van de Vlaamse overheid.

De studie leert alvast dat BBE binnen Vlaanderen al een aanzienlijke impact heeft. De analyse van de economische impact en tewerkstelling van de BBE in Vlaanderen verduidelijkt deze vaststelling. Terwijl de industrie aan belang inboet binnen de totale Vlaamse economie, groeit de biogebaseerde economie.

Eveneens blijkt dat biogebaseerde producten (papier, houtvezelplaten, bio-kunststoffen en bio-chemicaliën) in vergelijking met bio-energie (biogebaseerde stroom of warmte, en biobrandstoffen) nu al vijf keer meer toegevoegde waarde en tien keer meer tewerkstelling creëren (op basis van berekeningen voor brutomarge). De fijnchemicaliën, biopolymeren en bio-kunststoffen nemen bijna de helft van de totale brutomarge uit de BBE voor hun rekening. Deze sectoren kennen bovendien de grootste dynamiek, groei en innovatie. Voor de ontwikkeling van een Vlaamse strategie is dit een belangrijke vaststelling. Enkel industriële sectoren die een hoge toegevoegde waarde creëren doen het immers goed en slagen erin te overleven op langere termijn.

Vlaanderen beschikt enerzijds over een relatief beperkt areaal voor landbouwgewassen maar anderzijds over sterke expertise rond de inzameling en verwerking van afval. Daarom moet Vlaanderen zich in de toekomst nog sterker focussen op hoogwaardige valorisatie van nevenstromen uit de biomassa gerelateerde industrieën zoals voeding, veevoeding, hout, papier vooraleer over te gaan tot energetische valorisatie op het einde van de levenscyclus.

Er blijken in Vlaanderen ook heel wat financieringskanalen en expertisecentra te bestaan op het gebied van onderzoek en innovatie maar ze zijn tamelijk gefragmenteerd. De meeste van deze financieringsbronnen focussen bovendien op fundamenteel wetenschappelijk onderzoek terwijl er een duidelijk financieringsmodel voor valorisatie- en demonstratieprojecten ontbreekt. Daarenboven is er weinig samenwerking tussen bedrijven, en zeker tussen bedrijven over verschillende industriële sectoren heen.

Er is wel veel regelgeving die onrechtstreeks impact heeft op de verdere ontwikkeling van de BBE. Deze regelgeving zit daarenboven verspreid over uiteenlopende beleidsdomeinen zoals milieu, innovatie, economie en landbouw. Recente beleidsinitiatieven waarin BBE geïntegreerd is (zoals het transformatie- en innovatieplatform voor duurzame chemie FISH en het Duurzaam Materialenbeheer binnen Vlaanderen in Actie) duiden op een positieve ontwikkeling.

EWI-focus

De resultaten van de studie werden tijdens een EWI-focus op  28 november voorgesteld en getoetst aan relevante Vlaamse en Europese studies en beleidsinitiatieven. Hierbij bleek een brede consensus over de nood aan een geïntegreerde beleidsvisie en demonstratieprojecten. Alle presentaties van die dag staan online.

Naar de toekomst toe...

Deze studie zal – samen met andere adviezen en studies – een belangrijke bijdrage leveren aan de Vlaamse visie en strategie voor de bio-economie die door de interdepartementale werkgroep medio 2013 aan de Vlaamse Regering zal voorgelegd worden.